12 Redenen Waarom Afvallen Niet Lukt
Heeft het je wel eens verbaasd dat sommige mensen altijd ‘skinny’ types zijn. Het lijkt alsof ze kunnen eten zonder dat er ooit een gram aankomt. Sterker nog je hebt het idee dat ze niet eens kunnen aankomen en je wordt er soms gek van.
Niet meer eten dan je lijf nodig heeft, energiebalans, elk pondje gaat door het mondje, je hebt het allemaal al vaak gehoord.
Maar toch, lijkt, het dan alleen maar zo, of is er een verschil in wat mensen aan energie nodig hebben?
Als afvallen niet lukt, je niet begrijpt waarom het niet lukt en je wilt weten wat de rol van je lichaam, achtergrond, genen en dergelijke is, dan is dit artikel voor jou.
In dit artikel licht ik redenen toe die er aan bij kunnen dragen dat het afvallen niet meer lukt. En geen vage taal, het is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek.
Ik sluit af met het goede: wat je nu kan doen wanneer afvallen niet lukt.
Even terug in tijd
De eerste grofweg 190.000 jaar van ons bestaan, hebben we geleefd als jager-verzamelaars. We verzamelden vruchten, noten, knollen en ander eten. Ook jaagden we op dieren. Zo gingen we als omnivoren door het leven. De laatste 10.000 jaren zijn we gaan boeren en pas sinds 70 jaar kennen we de bewerkte producten. De laatste 15 jaar leven we zelfs in een obesogene maatschappij: anytime, anywhere, anything op het gebied van voeding. Althans in de westerse wereld.
Het gros van ons bestaan was het essentieel om 3 schaarse items te selecteren
- Suiker, aten we op regelmatige basis in de vorm van bessen, vruchten en dergelijke
- Vet, aten we op schaarse basis vooral beschikbaar uit de jacht.
- Zout, ook schaars en essentieel voor de vochtbalans in je lijf.
Deze 3 items smaken goed en eten we graag veel.
Om de opslag van energie te accommoderen heeft het lichaam van zichzelf dan ook de mogelijkheid een energiemantel te creëren. Deze energiemantel is beter bekend als onze vetopslag, vetbandjes, spek op de heupen, bierbuik, et cetera.
Vind hier 12 redenen die een rol spelen bij jouw lichaamshunkering naar vetopslag en het effect daarvan op je (onbewuste) eetgedrag.
1. Genen?
Een deel van aanleg ligt in de genen. Als vettere met vettere muizen en slankere muizen met andere slanken zich voortplanten blijkt dat na 15 á 20 generaties de babymuisjes uit de ‘vette’ generatie soms twee keer zoveel vet hebben als de babymuisjes uit de dunne generatie.
Uit onderzoeken met mensen blijkt hetzelfde effect. Hoewel het echt geen factor 2 zal zijn zoals na 20 generaties muizen.
De Duitse genetisch onderzoeker Johannes Hebebrand stelde dat voor alle bekende genetische variaties samen, het maar 1 tot 2 procent van de verschillen in lichaamsgewicht van kinderen in de algemene bevolking verklaart.
Het zit in mijn genen, ja, maar daar wordt je dus niet obees van.
2. Vetcellen zijn enorm vervelend
Vetcellen zijn vervelend. Vetcellen zijn vergelijkbaar met hongerige kleine spreeuwtjes: beide kunnen hun mond verder opendoen dan hun lichaam tijdens de zoektocht naar voedsel.
Vetcellen maken het makkelijker om de status quo te bewaren en moeizamer om gewicht te verliezen. Eenmaal obees, blijf je dus makkelijker obees.
Het gemene, althans binnen de context van de 21e eeuw, is dat vetcellen die zich vermenigvuldigen, daarna nooit meer verdwijnen.
Obese mensen kunnen wel 4 keer zoveel vetcellen hebben als vergelijkbare anderen zonder overgewicht. Het blijkt zelfs dat dieren die ‘bingen’ binnen een week – ai – permanent meer vetcellen kunnen creëren.
Liposuctie helpt helaas nauwelijks bij het verwijderen van deze vetcellen omdat veel vet rondom de organen en om spierweefsel zit.
Vetcellen slinken in omvang als je afvalt, maar ze blijven dus vragen om, tja, vet dus.
3. Vetcellen zijn enorm elastisch
Vetcellen zijn de enige lichaamscellen die zich enorm kunnen vergroten. Vetcellen worden eerst groter, en gaan zich dan pas vermenigvuldigen.
Het zijn wat dat betreft enorm bijzondere cellen. Dit is zo extreem, dat het verschil in volume tussen de grootste en kleinste vetcel in je lichaam maar liefst een factor 20.000 kan bedragen. En dat is geen typefout.
Dat betekent dat ze op twee manieren tot problemen kunnen leiden: in omvang en aantal. Nasty.
4. Insuline
Hormonen zijn de regulatoren van het lichaam. Als afvallen niet lukt kan dat deels door hormonen komen. Insuline is daar een van.
Met het hormoon insuline reguleert het lichaam de bloedsuikerspiegel, het stimuleert suikerafgifte aan het bloed. Als mensen afvallen en vet verbranden worden de vetcellen extra gevoelig voor insuline wat ertoe leidt dat deze cellen nutriënten sneller op kunnen nemen. Als spieren niet worden getraind tijdens de afvalperiode, worden de spiercellen minder gevoelig voor insuline waardoor dit leidt tot transport van vet naar vetcellen.
5. Lipoproteine Lipase (LPL)
LPL is een enzym in het bloed dat geactiveerd kan worden om vet te transporteren. Als je vet verbrandt zendt het lichaam een signaal uit door meer LPL af te geven. De vetcellen zeggen dan tegen het brein: breng meer voeding naar ons toe.
6. Leptine
Leptine is een ‘hot item’ tegenwoordig. Het in 1994 ontdekte hormoon wordt door vetcellen afgegeven en communiceert het trekgevoel aan de hersenen. Het zorgt in de hersenen voor een verzadigd gevoel.
Als vetcellen kleiner worden, kan dit leiden tot afgifte van Leptine.
Dit leidt tot meer trek. Als je meer trek hebt, eet je vaker en kom je aan.
7. Ghreline
Ghreline wekt de eetlust op. Dit hormoon wordt vooral in de maag aangemaakt. Er zijn indicaties dat meer ghreline aan wordt gemaakt als je afvalt met bepaald soort diëten. Bij vetarme diëten is dit niet het geval.
8. Adiponectine
Adiponectine is een proteïne dat door vetcellen wordt afgegeven en het hormoon insuline ondersteunt bij de opname van suiker in de cellen. Dus adiponectine vergroot de gevoeligheid van cellen voor insuline. Hoe meer vet en vetcellen, hoe minder adiponectine wordt afgegeven.
Dit betekent dat dikkere mensen met meer vet, beter in staat zijn bloedsuiker als vet op te slaan in plaats van het aan te wenden voor energie.
9. Thermische effect van voeding
Het verwerken van voedsel kost energie. Uit onderzoek blijkt dat dikke mensen circa 1 á 2% minder energie nodig hebben om dezelfde voeding te verwerken dan een slank persoon. Met andere woorden: het verwerken van een appel in je maag kost jou misschien 9,8 calorieën, maar je buurman 2% meer, 10 calorieën dus. Zijn thermische effect van voeding is dus relatief groter. Over langere periodes zoals jaren, draagt dit bij aan overgewicht.
10. De spaarstand, maar dan anders
De spaarstand bestaat, maar niet zoals je denkt. Als je extreem weinig eet gaat je lichaam over in een spaarstand, onder voorwaarde dat je als een spaarlampje gaat leven.
Denk aan een ijsbeer die zijn winterslaap doet, of een persoon die zeer inactief leeft.
Zolang je echter actief blijft, of beter nog, meer gaat bewegen, zal je lichaam niet denken dat er een tijd van extreme schaarste aanbreekt.
11. Omvang van je maag
Een grotere maag maakt het makkelijker om onbewust meer voeding te eten. Mensen met overgewicht hebben een circa 33% grotere maag. Uit studie blijkt dat na 9 kg afvallen, de te grote maag terug geslonken is naar dezelfde maat als slanke mensen. Je maakt het leven makkelijker door 6 keer per dag een normale portie voeding te eten.
Heb je af en toe een binge, dan zal je maag eerder groter worden dan kleiner.
Consistent 6 keer per dag normale porties eten leidt er toe dat je maag kleiner wordt. Dit leidt sneller tot een vol gevoel en maakt het makkelijker om minder te eten.
12. Startpunt
De 11 redenen waarom afvallen voor jou lastiger kan zijn kun je ook zien als je startpunt of set point.
Het aantal vetcellen dat je hebt, je genetisch erfgoed en je huidige hormoonhuishouding dragen er allemaal aan bij dat je lichaam vet graag opslaat.
En er zullen vast en zeker de komende jaren meer verschijnselen worden ontdekt waaruit blijkt dat er andere biologische aspecten meespelen in de behoefte van je lichaam om vet op te slaan.
Wat er ook gebeurt, je heb een metabolisme waar jij het mee moet doen.
Dat is jouw startpunt.
Accepteren
Accepteer wie je bent. Het heeft geen zin om kwaad te zijn op wie of wat je bent of bent geworden. Je bent wie je bent. Vandaar ga je verder werken.
Je lichaam is nooit de oorzaak dat afvallen niet lukt, je lichaam is onderdeel van de redenen dat het wellicht, je weet nooit hoe het precies bij jou zit, voor jou meer moeite en inzet kost om slank te zijn.
Je wordt te dik als je meer eet dan je lichaam nodig heeft eet. Ook jij.
Er zijn legio aan mensen met dezelfde biologische nadelen die met een gezonde lifestyle een gezond gewicht hebben. Je bent een vrij persoon en hebt altijd de keuze, mogelijkheid en verantwoordelijkheid goed voor jezelf te zorgen.
Afvallen lukt niet: de echte redenen
Hoewel de bovengenoemde lijst voor jou deels kan verklaren waarom afvallen moeizamer gaat, het kan geen definitief excuus zijn waarom afvallen niet (meer) lukt. Denk jij ik wil afvallen maar het lukt niet, onthoud dan deze samenvatting:
Afvallen lukt niet meer omdat je niet accepteert dat je bent wie je bent en je handelingen en gedrag niet aansluiten op jouw (energie)behoeften.
Ik weet uit ervaring dat iedereen kan afvallen. Deelnemers vallen af tijdens onze Bootcamps, verbranden vet en de spiermassa neemt toe.
Er zijn veel typische redenen waar je wel invloed op hebt en waarom afvallen niet lukt, misschien is een van deze wel op jou van toepassing;
- Je bent je niet bewust van je eetpatroon en eet niet mindful.
- je acties sluiten niet aan op de veranderingsfase waar je in zit.
- de prioriteit zakt weg en je besteed geen aandacht aan tools noodzakelijk om blijvend af te vallen in de onderhoudsfase
Omgeving
De omgeving heeft enorme invloed of we wel of niet obees worden. Tot de jaren vijftig was obesitas eigenlijk een relatief zeldzaam fenomeen. Obesitas kwam nauwelijks voor. Nu is dat anders.
In de VS, het beste voorbeeld en waar ik in Miami heb meegemaakt dat water duurder is dan cola, heeft maar liefst +- 32% obesitas.
Er zijn gelukkig ook genoeg omgevingen die niet dikmakend zijn. Neem Japan waar obesitas minimaal voorkomt (3,6%). Of een van de Blue Zones waar de oudste en gezondste mensen wonen.
Nederland kun je wat dat betreft het best beschouwen als een obesogene (dikmakende) maatschappij. Dat betekent dat de ongezonde keuze* makkelijker is dan de gezonde keuze**
Heb je overgewicht dan is de combinatie van jouw biologie en de omgeving waar je nu in zit daar debet aan. Hoe obeser je omgeving, hoe consistenter je tools moet inschakelen om goed voor jezelf te zorgen en op gewicht te blijven.
*= auto, metro, tram, roltrap, lift, frietje, shoarma, et cetera
** = sporten, bewegen, fietsen, salade, beperkte eetmomenten, et cetera.
Het goede nieuws
Hoewel je biologie misschien nu in je nadeel werkt en je geneigd bent te denken dat dit reden is dat afvallen je niet lukt, is er goed nieuws.
1. Er zijn ruim voldoende technieken en tools ter beschikking waarmee je minder afhankelijk van wilskracht wordt en die jou helpen succesvol gewicht te verliezen.
2. Er zijn recent aanwijzingen dat de wijze waarop genen zich uitten (Gen-expressie) door lifestyle te beïnvloeden is. Met andere woorden: door gezonder te leven kan je jouw ‘vetgenen’ mogelijk beïnvloeden [3].
3. Lifestyle change heeft positief effect op je hormoonhuishouding. Dit betekent dat je de (huidige) effecten van ghreline en LPL kan verminderen door gezonder te leven. Zo heeft regelmatige HIIT invloed op je testosteronniveau’s, wat weer leidt tot meer spiergroei, hogere ruststofwisseling, et cetera.
4. Met de kennis van dit artikel wapen je jezelf tegen jouw biologisch erfgoed. Je begrijpt dat jij wellicht vaker, meer en consistenter dan anderen tools en technieken moet inzetten om gezond te leven en overeten te voorkomen.
Accepteer jij waar je nu staat?
Verantwoording
[1] Hieraan ten grondslag liggen 21 wetenschappelijke onderzoeken die zijn samengevat in het boek van Daniel S. Kirschembaum (2) en wat de basis is van dit artikel.
[2] 2011, Daniel S. Kirschembaum, The Wellspring Weight Loss Plan: The Simple, Scientific, & Sustaianble Approach of the World’s Most Succesful Weight Loss Programs for Overweight Young People – and How You Can Achieve Lifelong Succes with It.
[3] 2008, Ornish D., Mark Jesus M. Magbanua, M.J.M, Weidner, G. Changes in prostate gene expression in men undergoing an intensive nutrition and lifestyle intervention